Beslagrecht: schuldenaar is erfgenaam
Mijn oog viel op een recente (althans recent gepubliceerde) uitspraak van de tuchtkamer en wel over een gerechtsdeurwaarder die beslag had gelegd op een onroerende zaak uit een nalatenschap, maar niet op de juiste wijze. De sanctie was zwaar: berisping met boete én veroordeling tot het betalen van de kosten van de tuchtprocedure (ELCI:NL:TGDKG:2021:97). Over de sanctie laat ik mij niet uit, ik beperk mij hier tot de inhoud. Inderdaad, het beslag is ook naar mijn mening onjuist gelegd en had op een andere manier moeten plaatsvinden. Maar wat dan de juiste wijze van beslag is, dat staat niet in de uitspraak en ook niet in enkele publicaties die daarover zijn geschreven. Best onhandig, want het komt steeds vaker voor dat een schuldenaar erfgenaam is geworden en dat de nalatenschap een reële mogelijkheid tot verhaal oplevert. Daarom voor de gerechtsdeurwaarders en advocaten: hoe moet het wel.
Wanneer een schuldenaar mede-erfgenaam is en de nalatenschap nog niet is verdeeld tussen erfgenamen, dan is nog geen enkel goed uit die nalatenschap 'van' de schuldenaar. De schuldenaar heeft ook geen aanspraak op een aandeel in ieder afzonderlijk goed, maar alleen aanspraak op zijn aandeel in het geheel. Er ontstaat een gemeenschap tussen de erfgenamen en wel een bijzondere, zie 3:189 e.v. BW.
Omdat het juridisch onjuist is te stellen dat aan de schuldenaar een aandeel in ieder afzonderlijk goed toekomt, maar slechts een aandeel in het geheel, is het ook logisch dat beslag op een aandeel van een goed in de nalatenschap niet mogelijk is. Ook niet met de omschrijving 'het onverdeelde aandeel dat de schuldenaar in de nalatenschap heeft waartoe de onroerende zaak onderdeel uit maakt' of iets van gelijke strekking. Nogmaals, de schuldenaar heeft geen aanspraak op de onroerende zaak, maar op de nalatenschap. Beslag op een afzonderlijk onderdeel, met welke omschrijving dan ook, kan niet. Dat heeft de Hoge Raad al in 2015 (ECLI:NL:HR:2015:1600) bevestigd. Diezelfde Hoge Raad heeft eerder al bepaald dat onjuiste beslagen nietig zijn (lees: juridisch nimmer gelegd) en die beslagen kunnen niet hersteld worden, het moet opnieuw. Met alle gevolgen van dien wanneer de onroerende zaak in de tussentijd is overgedragen. Een goed gelegd beslag is dus essentieel. Ik wijs ook op de eerste editie van 2014 van de BER. Dit artikel ging over de (aan voornoemd arrest van de Hoge Raad) voorafgaande uitspraak van het Gerechtshof, maar is onverkort relevant omdat de Hoge Raad het arrest van het Gerechtshof heeft bekrachtigd.
Hoe kan een schuldeiser, lees gerechtsdeurwaarder, dan toch een onroerende zaak die onderdeel uitmaakt van de nalatenschap, veilig stellen voor verhaal? Dat wordt eigenlijk in het hiervoor aangehaalde arrest van het Gerechtshof en de parlementaire geschiedenis (VV II Inv, Parl. Gesch. Inv., p. 1278-1279) goed beschreven. Dit kan door op de wijze van artikel 474bb Rv beslag te leggen op het aandeel in de gehele nalatenschap en dat houdt in dat de gerechtsdeurwaarder naar de andere deelgenoten (erfgenamen) gaat om aan te zeggen (meedelen) dat beslag is gelegd op het aandeel in de gehele nalatenschap. Een beslag vergelijkbaar aan een aandelenbeslag. Met dat beslag wordt het gehele aandeel in de gehele nalatenschap in beslag genomen. Wordt gevreesd voor onttrekking aan het beslag en is de wens derdenwerking te laten toekomen aan het beslag, dan adviseer ik het beslag 'over' te betekenen aan de notaris en/of in te schrijven in het kadaster. Ik zie niet in waarom dat niet zou kunnen. Dan is er een juist beslag én derdenwerking.
Gepubliceerd op 1 februari 2022
Saskia Peijnenburg