Beslagvrije voet en ZZP, hoe werkt het?
Op 12 maart jongstleden werd door de voorzieningenrechter in Haarlem een uitspraak gedaan over de beslagvrije voet in relatie tot ZZP inkomen (RBNHO:2025:2434).
Wat was de situatie: De gemeente heeft een vordering op een samenwonend stel. Meneer heeft loon, mevrouw is ZZP-er. De gemeente legde beslag op het loon van meneer. Buiten een hoop formele – helaas bij gemeenten gebruikelijke – gebreken, zoals het niet kenbaar (‘over’betekenen) van het beslag en het niet overleggen van de gemotiveerde berekening, waren er ook fouten in de berekening van de beslagvrije voet. De gemeente meende het ZZP inkomen te mogen schatten én in mindering te brengen op de beslagvrije voet.
De voorzieningenrechter legt de wet uit: bij de berekening van de beslagvrije voet moet het ZZP-inkomen wél meegenomen worden, maar de beslagvrije voet mag niet verminderd worden met ZZP-inkomen.
Een kleine uitleg om dit goed te begrijpen.
Met de beslagvrije voet moet een schuldenaar genoeg geld in handen krijgen om van rond te kunnen komen. Een schuldenaar (gelijkelijk gezin) met een laag inkomen, ontvangt toeslagen. Hoe hoger het inkomen, hoe lager de toeslagen. Beslag op inkomen wijzigt de toeslagen niet. Dit alles heeft tot gevolg dat een schuldenaar met een laag inkomen (door de hoge toeslagen) minder inkomen nodig heeft om van rond te komen, dan een schuldenaar met een iets hoger inkomen. Daarom groeit de beslagvrije voet mee met het inkomen tot de grens van de toeslagen. Dit is om het 'gat' in de toeslagen te overbruggen.
Een schuldenaar(sgezin) wiens inkomen deels uit ZZP-inkomen bestaat, krijgt toeslagen die passen bij het totale inkomen. Inclusief ZZP aldus. Daarom wordt bij de berekening van de beslagvrije voet rekening gehouden met dat inkomen. Zie artikel 475ab lid 1 Rv, daar wordt ‘winst uit onderneming’ (= ZZP-inkomen) genoemd als rekencomponent. Vaak zal dit inkomen niet uit de polisadministratie blijken. Wanneer de deurwaarder geen weet heeft van inkomen, dan kan hij er ook geen rekening mee houden. Weet hij wel dat er ZZP inkomen is en hoe hoog dat is, dan zal de deurwaarder er voor de berekening van de hoogte wel rekening moeten houden. Moet/mag de deurwaarder dan ook schatten? Naar mijn mening niet.
Dan rijst vervolgens de vraag: mag de de beslagvrije voet dan ook verminderd worden met het (bekende of geschatte) ZZP-inkomen? Het antwoord op die vraag is resoluut ‘nee’. Zie artikel 475db Rv, daarin staat dat de beslagvrije voet alleen met zogenoemd 475c Rv inkomen verminderd mag worden (zowel in de situatie dat dit neveninkomen van de schuldenaar is, als wanneer dit het inkomen van de partner is). ZZP inkomen staat niet in 475c Rv zodat het géén verminderingscomponent is.
De uitspraak van de voorzieningenrechter sluit dus naadloos aan op de wet.
Gepubliceerd op 18-03-2025
Saskia Peijnenburg
Abma Advocaten
Google Maps inhoud kan niet getoond worden met je huidige cookie-instellingen. Selecteer "Toestemmen & tonen" om de inhoud te zien en de Google Maps cookie-instellingen te accepteren. Meer info kun je lezen in onze [Privacyverklaring](/privacyverklaring/. Je kunt je altijd weer afmelden via je [cookie-instellingen] /cookie-instellingen/.